muskaat

Uit WikiWoordenboek
1. als specerij gebruikte noot van de muskaatboom
2. wijn gemaakt van de muskaatdruif

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mus·kaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muskaat muskaten
verkleinwoord muskaatje muskaatjes

Zelfstandig naamwoord

de muskaatv / m

  1. (voeding) als specerij gebruikte noot van de muskaatboom Myristica fragrans op Wikispecies
enkelvoud meervoud
naamwoord muskaat -
verkleinwoord muskaatje muskaatjes

Zelfstandig naamwoord

de muskaatm

  1. (oenologie) wijn gemaakt van de muskaatdruif
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen