multiplex
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mul·ti·plex
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘groot bioscoopcomplex’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1994 [1]
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘plaatmateriaal uit meerdere lagen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1924 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | multiplex | multiplexen |
verkleinwoord | multiplexje | multiplexjes |
Zelfstandig naamwoord
multiplex o
- composietplaat die bestaat uit meer dan 3 gelijmde laagjes hout
Vertalingen
1. composietplaat die bestaat uit meer dan 3 gelijmde laagjes hout
Gangbaarheid
- Het woord multiplex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "multiplex" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.