muisarm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muis·arm
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aandoening door het gebruik van een computermuis’ voor het eerst aangetroffen in 1994 [1]
  • samenstelling van  muis  en  arm  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord muisarm muisarmen
verkleinwoord muisarmpje muisarmpjes

Zelfstandig naamwoord

de muisarmm

  1. (medisch) aandoening in de arm als gevolg van zeer eenzijdige belasting zoals het gebruik van een computermuis en/of toetsenbord
    • ik had al een muisarm voordat ik een muis gebruikte!! 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen