Naar inhoud springen

muilkorven

Uit WikiWoordenboek
  • muil·kor·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
muilkorven
muilkorfde
gemuilkorfd
zwak -d volledig

muilkorven

  1. overgankelijk een hond een muilkorf aandoen om bijten onmogelijk te maken
    • Hij moest die valse hond wel muilkorven. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk iemand beletten te spreken
    • De oppositie werd gemuilkorfd. 

de muilkorvenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord muilkorf
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be