motorvoertuig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·tor·voer·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord motorvoertuig motorvoertuigen
verkleinwoord motorvoertuigje motorvoertuigjes

Zelfstandig naamwoord

het motorvoertuigo

  1. is in de definitie van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens een motorrijtuig met uitzondering van bromfiets, fiets met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuig. Voertuigen die over rails (treinen, trams en metro's) worden voortbewogen zijn geen motorvoertuigen
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid