motorjasje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·tor·jas·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het motorjasjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord motorjas
    • Justitie eiste levenslang maar het gerechtshof sprak hem vrij wegens gebrek aan bewijs. Hierna trok Harrie zijn motorjasje uit en legde zich toe op de hobby van zijn vader: grote papegaaien. De Hells Angels verruilde hij voor het lidmaatschap van de plaatselijke vogelvereniging. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen