morste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mors·te

Werkwoord

vervoeging van
morsen

morste

  1. enkelvoud verleden tijd van morsen
    • Ik morste. 
    • Jij morste. 
    • Hij, zij, het morste. 
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=morste&oldid=3350250"