morbide

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·bi·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ziekelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen morbide morbider
verbogen morbidere
partitief morbides morbiders -

Bijvoeglijk naamwoord

morbide

  1. iets wat afschuwelijk, ziekelijk gevonden wordt
    • Hij had een morbide fantasie. 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen