moordwijven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moord·wij·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • moordwijf met de uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

Zelfstandig naamwoord

de moordwijvenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord moordwijf
     Ik zie weer moordwijven met in pijn opengeschramde herinnering van eigen aanschouwing en doorleving.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 27 september 2021 Weblink bron “Zegepraal.” (1904), Erven F. Bohn, Haarlem, p. 372/373