moordlust

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moord·lust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moordlust moordlusten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de moordlustm

  1. de lust hebben om te moorden, geneigd zijn tot moorden
    • Met De moed om te doden uit 1980 zette de Zweedse toneelschrijver Lares Norén (1944) definitief de toon van zijn toneelwerk: sterk freudiaans geïnspireerde familietragedies vol haat, verbittering en strijd. En ook, zoals deze titel aangeeft, moordlust. [1] 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Kester Freriks 23 november 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be