monseigneur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: monseigneur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mon·seig·neur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘titel van hoge geestelijken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monseigneur | monseigneurs |
verkleinwoord | monseigneurtje | monseigneurtjes |
Zelfstandig naamwoord
monseigneur m
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord monseigneur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "monseigneur" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.