monopsonie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: monopsonie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mo·nop·so·nie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monopsonie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
monopsonie
- (economie) het fenomeen dat er een markt is waar slechts één koper, de monopsonist, aanwezig is
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'monopsonie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.