moessonseizoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- moes·son·sei·zoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van moesson en seizoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moessonseizoen | moessonseizoenen |
verkleinwoord | moessonseizoentje | moessonseizoentjes |
Zelfstandig naamwoord
het moessonseizoen o
- het seizoen waarin de moessoen over het land trekt in Azië
Gangbaarheid
- Het woord 'moessonseizoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.