moedig aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·dig aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanmoedigen

moedig aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmoedigen
    • Ik moedig aan. 
  2. gebiedende wijs van aanmoedigen
    • Moedig aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmoedigen
    • Moedig je aan? 


Gangbaarheid