moederzwijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een moederzwijn met twee biggetjes.
Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·der·zwijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moederzwijn moederzwijnen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het moederzwijno

  1. vrouwelijk varken dat biggetjes heeft gekregen
    Vooral gebruikt bij wilde varkens (everzwijnen).
     Zeugen beschermen hun biggen tegen wie te dichtbij komt, maar willen met hun uitvallen, de borstels opgezet, alleen imponeren; vaak rennen ze voor je langs. In de Imbosch stuitte ik op een moederzwijn met kroost dat agressief uitviel naar mijn hond.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2022 Weblink bron
    John Jansen van Galen
    “Scheer je weg, gans” (1 november 2014) op nrc.nl