moederzwijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: moederzwijn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmudərˌzwɛin / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- moe·der·zwijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moederzwijn | moederzwijnen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het moederzwijn o
- vrouwelijk varken dat biggetjes heeft gekregen
Vooral gebruikt bij wilde varkens (everzwijnen).- ▸ Zeugen beschermen hun biggen tegen wie te dichtbij komt, maar willen met hun uitvallen, de borstels opgezet, alleen imponeren; vaak rennen ze voor je langs. In de Imbosch stuitte ik op een moederzwijn met kroost dat agressief uitviel naar mijn hond.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'moederzwijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron John Jansen van Galen“Scheer je weg, gans” (1 november 2014) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal