moederszijde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·ders·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moederszijde
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

moederszijde v/m [1]

  1. de familie, voorouders van iemands moeder
     Het was mevrouw Malvintsev, een tante van freule Marja van moederszijde, een rijke, kinderloze weduwe die altijd in Voronezj had gewoond.[2]
     Hoe Catalaans-nationalistisch hij ook is, Puigdemont heeft wel degelijk Spaans bloed. Zijn oma van moederszijde, Manuela Ruiz Toledo, kwam in de jaren 20 als jong meisje uit Andalusië naar Barcelona. Net als duizenden andere Spanjaarden in die tijd trok zij om economische redenen naar Catalonië. Ze stierf erg jong. Carles heeft haar nooit gekend.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 januari 2022 Weblink bron
    Ernest Claassen
    “Carles Puigdemont: een leven voor een onafhankelijk Catalonië” (06-10-2017), NOS