modificeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: modificeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mo·di·fi·ceer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
modificeren |
modificeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van modificeren
- Ik modificeer.
- gebiedende wijs van modificeren
- Modificeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van modificeren
- Modificeer je?