moderen

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • mo·de·ren

Zelfstandig naamwoord

moderen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van moder


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
moderar

moderen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van moderar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van moderar