mochte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moch·te

Werkwoord

vervoeging van
mogen

mochte

  1. aanvoegende wijs van mogen in de verleden tijd
    • Mochte mij dat nieuws gebeuren, dat ik zage, wel en wis, Vlanderen ‘t Waalsche wambuis scheuren, daarin ‘t nu genepen is. (uit: Mochte mij dat nieuws gebeuren, Guido Gezelle)