mobilisatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·bi·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mobilisatie mobilisaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mobilisatiev

  1. (medisch) beweeglijk maken
  2. (militair) (politiek) het mobiliseren van bijvoorbeeld een leger
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be