misviering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

misviering
Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·vie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord misviering misvieringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de misvieringv

  1. (religie) kerkdienst in de rooms-katholieke kerk
    • Volgens de Twentse pastoor onderscheidt de christelijke gemeenschap op Sri Lanka zich door hun sterk verzoenende houding jegens andere religies. „Ze vormen slechts een kleine minderheid, - zo’n zeven procent van de bevolking- maar zijn zeer verdraagzaam. Zo heb ik het meegemaakt dat tijdens een misviering de buren van het boeddhistische gebedshuis opzettelijk lawaai begonnen te maken om het geluid van biddende christenen te overstemmen. Ik heb bewondering voor hun lankmoedigheid.” [2] 
    • De Belgische en Luxemburgse vorstenhuizen hebben zaterdagmorgen in de Onze Lieve Vrouwe-kerk in Laken tijdens een speciale misviering stilgestaan bij het overlijden van koning Boudewijn, dit jaar een kwart eeuw geleden. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen