misstapt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·stapt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misstappen |
misstapt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misstappen
- ... dat jij misstapt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misstappen
- ... dat hij misstapt.