missiebus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·sie·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van missie zn en bus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | missiebus | missiebussen |
verkleinwoord | missiebusje | missiebusjes |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) (rooms-katholiek) hol voorwerp, meestal van metaal of aardewerk, met een gleuf waarin gelovigen geld kunnen stoppen waarmee het werk van missionarissen wordt gesteund
Deze collectebussen waren vroeger vaak te vinden op plaatsen waar veel rooms-katholieken kwamen en kregen soms een opvallend uiterlijk dat naar de doelstelling verwees. Het verkleinwoord "missiebusje" is de meer gangbare vorm in deze betekenis.- ▸ Tel opgetogen de bijdragen voor de missiebus, maar vergelijk ze even met de uitgaven aan de buffetla.[1]
- (religie) motorvoertuig om een groter aantal mensen en materiaal kunnen vervoeren bij het uitdragen van het christelijk geloof.
- ▸ Om het project en de missiewerking in het algemeen te duiden bij de leerlingen werd beroep gedaan op de missiebus van Wereldmissiehulp. Die bus staat nu drie dagen op de speelplaats.[2]
Hyperoniemen
- [1] collectebus
- [2] autobus, busje
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'missiebus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Michel van der Plas“Uit het rijke Roomsche leven.”, 6e druk, Ambo-boeken, Utrecht jaar=ca. 1964, p. 82 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Pelt : Een bus op de speelplaats” (18 maart 2010) op internetgazet.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal