misnoegde
Uiterlijk
- mis·noeg·de
misnoegde
- verbogen vorm van de stellende trap van misnoegd
vervoeging van |
---|
misnoegen |
misnoegde
- enkelvoud verleden tijd van misnoegen
- Ik misnoegde.
- Jij misnoegde.
- Hij, zij, het misnoegde.
- Ik misnoegde.
- verbogen vorm van misnoegd, voltooid deelwoord van misnoegen
- Het woord misnoegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.