miskeek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·keek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
miskijken |
miskeek
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van miskijken
- ... dat ik miskeek.
- ... dat jij miskeek.
- ... dat hij, zij, het miskeek.
- ... dat ik miskeek.
vervoeging van |
---|
miskijken |
miskeek
- enkelvoud verleden tijd van miskijken
- Ik miskeek.
- Jij miskeek.
- Hij, zij, het miskeek.
- Ik miskeek.
Gangbaarheid
- Het woord miskeek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.