misgrijp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·grijp

Werkwoord

vervoeging van
misgrijpen

misgrijp

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgrijpen
    • ... dat ik misgrijp. 

Werkwoord

vervoeging van
misgrijpen

misgrijp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgrijpen
    • Ik misgrijp. 
  2. gebiedende wijs van misgrijpen
    • Misgrijp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgrijpen
    • Misgrijp je? 
Verwante begrippen