miraculeus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: miraculeus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mi·ra·cu·leus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wonderbaar’ voor het eerst aangetroffen in 1578 [1]
- Afgeleid van mirakel met het achtervoegsel -eus
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | miraculeus | miraculeuzer | miraculeust |
verbogen | miraculeuze | miraculeuzere | miraculeuste |
partitief | miraculeus | miraculeuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
miraculeus
- als bij een wonder
- ▸ Zijn broer Oscar had op miraculeuze wijze, zo het al geen goddelijke voorzienigheid was, een aanzienlijk vermogen in Afrika verworven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord miraculeus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "miraculeus" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "miraculeus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be