minoischer
Duits
- Geluid: minoischer (hulp, bestand)
- IPA: /miˈnoːɪʃɐ/
Woordafbreking
- mi·no·i·scher
Bijvoeglijk naamwoord
minoischer
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief mannelijk enkelvoud van minoisch
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief vrouwelijk enkelvoud van minoisch
- onbepaald (zonder lidwoord) datief vrouwelijk enkelvoud van minoisch
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief meervoud van minoisch
- onbepaald nominatief mannelijk enkelvoud van minoisch