mincha
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- min·cha
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het mincha o
- (Jiddisch-Hebreeuws) namiddagoffer, meeloffer (in de Bijbel)
- (Jiddisch-Hebreeuws) namiddaggebed
Verwante begrippen
- Jiddisj: minche
Gangbaarheid
- Het woord 'mincha' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.