mimicry

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·mi·cry
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘camouflage’ voor het eerst aangetroffen in 1895 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord mimicry -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de mimicryv / m [3]

  1. (biologie) nabootsing ter voering van de strijd om het bestaan, aanpassing in vorm, kleur, geur of geluid
Vertalingen

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen