mijler

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mij·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mijler mijlers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mijlerv / m

  1. een paard dat vooral geschikt is voor het draven op de mijl
    • Dat is een geboren mijler! 
  2. in combinatie met een getal: een westrijd over een bepaald aantal mijlen
    • Hij maakt, dat ik morgen weer een 10-mijler wil lopen. 
Gelijkklinkende woorden

Gangbaarheid