midzomernachtsdroom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·zo·mer·nachtsdroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord midzomernachtsdroom midzomernachtsdromen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de midzomernachtsdroomm

  1. (figuurlijk) fantasie waarin magische dingen gebeuren
      Alles wat zwaar was, schonk zij door haar scherts de wufte vluchtigheid van vleugelen, en het dunkte hem, dat hij met haar door de betooverde wereld danste als elfen door een midzomernachtsdroom.[1]
      Er is een tijd geweest, dat ieder gesteente en ieder dier zijne bovennatuurlijke relaties had en men in elk deel der natuur een symbool zag van het goddelijke; dit was het leven als midzomernachtsdroom en men zou verdwaasd moeten zijn om de schoonheid dezer aanschouwing, eene onuitputtelijke bron van vitaliteit, te verwerpen.[2]
  2. (folklore) beelden die je in je slaap tijdens de kortste nacht van het jaar ziet, waaraan bijgelovigen bijzondere betekenis toekennen
     Vroeger hingen jonge meisjes in de midzomernacht(21 juni) een bloeiende vlierbloesemtak achter hun bed in de hoop dat in een midzomernachtsdroom hun toekomstige echtgenoot hun verschijnen.[3]
      Ieder gaf bijzonder acht op 't geen hij in dien nacht droomde, want een Midzomernachtsdroom was van groote beteekenis.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron De mythe van een jeugd. : VIII. Aan zee. in: De Gids., jrg. 85 deel 2 nr. 5 (mei 1921), P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam, p. 218
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron
    Matthijs Vermeulen
    “De twee muzieken. Deel 1.” (1918), A.W. Sijthoff's uitgevers-maatschappij, Leiden, p. 37
  3. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Martha en Paul
    “Flierefluiter en midzomernachtsdroom” (juni 2013) op heijen.info
  4. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2022 Weblink bron
    Jan ter Gouw
    “De volksvermaken.” (1871), Erven F. Bohn, Haarlem, p. 238