midzomerdag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: midzomerdag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mid·zo·mer·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van midzomer zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | midzomerdag | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de midzomerdag m
- 21 juni op het noordelijk halfrond
Gangbaarheid
- Het woord 'midzomerdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535