middenstrookrijder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·strook·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middenstrookrijder middenstrookrijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de middenstrookrijderm

  1. (verkeer) een bestuurder die continue of te lang in de middelste baan op een driebaans snelweg blijft rijden, terwijl die bestuurder naar rechts kan (of links in een land waar men links rijdt)
    • Een middenstrookrijder is strafbaar doordat het onveilig rijgedrag is, ondanks dat mensen dat niet doorhebben. 
Synoniemen

Gangbaarheid