micaglas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·ca·glas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mica zn en glas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | micaglas | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
micaglas
- vuurbestendig, doorzichtig materiaal gemaakt van mica
- ▸ Als micaglas gloeide het spoor van hun voet, Bij 't sterrenlicht gromden de honden bezeten, U bent met te velen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'micaglas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396