mevrouwt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·vrouwt

Werkwoord

vervoeging van
mevrouwen

mevrouwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mevrouwen
    • Jij mevrouwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mevrouwen
    • Hij mevrouwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mevrouwen
    • Mevrouwt!