metuo

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /ˈmɛ.tʊ.oː/
Woordafbreking
  • me·tu·o

Werkwoord

vervoeging van
metuere

mĕtuō

  1. actief indicatief praesens, eerste persoon enkelvoud van metuere
    1. Ik vrees.