metterdaad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • met·ter·daad
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: werkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
  • Eigenlijk de vaste woordgroep met der daad (waarin der een versteende datief vrouwelijk enkelvoud is). [2]

Bijwoord

metterdaad [3]

  1. daadwerkelijk
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen