meting
Nederlands
Niet te verwarren met: meeting |
Uitspraak
Woordafbreking
- me·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van meten met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meting | metingen |
verkleinwoord | metinkje | metinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de meting v
- (techniek) (natuurkunde) het meten (bepaling van de maat, waarde, grootte)
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord meting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meting" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %