metalen

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·ta·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van metaal met het achtervoegsel -en

Zelfstandig naamwoord

metalen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord metaal
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen metalen

Bijvoeglijk naamwoord

metalen

  1. van een metaal vervaardigd
    • Er zat een metalen draadje aan dat per ongeluk in de magnetron terechtkwam. 
     Geen enkele beschutting, behalve een hutje met een metalen dak.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

Bijvoeglijk naamwoord

metalen

  1. metalen; van een metaal vervaardigd