mestproductie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mest·pro·duc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mestproductie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mestproductiev

  1. de uitstoot van mest door een veeteeltbedrijf
     Driekwart van de bedrijven zal geen last hebben van de nieuwe regels. Maar melkveebedrijven met veel koeien op weinig grond zullen de gevolgen wel merken. Deze boeren, die vaak al een mestoverschot hebben, worden verplicht een deel van de extra mestproductie op eigen grond uit de rijden. Zij zullen hectares moeten bijkopen. De strengste regels gelden voor de boeren die het meeste mest produceren.[1]
     Op 1 april is het melkquotum afgeschaft en dat betekent dat boeren zo veel melk mogen leveren als ze zelf willen. En hoewel er een maximum aan de mestproductie is gesteld om de toename van de veestapel binnen de perken te houden, is het aantal koeien en kalveren het afgelopen jaar al met 100.000 toegenomen.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron “Boer mag alleen meer koeien met meer grond” (Maandag 30 maart 2015, 15:23), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    Trudy van Rijswijk
    “'Weidevogels ernstig bedreigd door koeienexplosie'” (Zondag 19 juli 2015, 17:38), NOS