mestkar
Uiterlijk

- mest·kar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mestkar | mestkarren |
verkleinwoord | mestkarretje | mestkarretjes |
- een kar waarmee mest vervoerd kan worden
- De polarisatie neemt toe. Op social media, op straat. "Groepen worden apart gezet. Kijk naar de sociale media. De mestkar rijdt door de straat. Met een zinnig gesprek heeft het niets van doen. Als mensen daarmee niet ophoudt, worden woorden daden.[2]
- 'Ik was een tijdlang zoekende, voor ik dit boek schreef. Mensen zeiden tegen me: schrijf gewoon zo'n Helaasheid-der-dingen-achtig boekje, pedofiele priester erbij, gevoos in de hooiberg, iemand die van de mestkar valt, fanfare, huppekee. De personages zeggen amai en awel, en iedereen inclusief familie doet het met elkaar. Nederlandse lezers smullen daarvan. Goed, dacht ik, dan ga ik die karikatuur uitdagen. Dus speelt mijn boek zich af in een dorp dat zich afscheidt van België, onder aanvoering van een héle dikke man.'[3]
- men wordt wel door een mestkar maar niet door een rijtuig overreden
nette mensen beledigen anderen niet
- Het woord mestkar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mestkar" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 06-MAART-2016
- ↑ Volkskrant SARA BERKELJON FOTO DANIEL COHEN 3 september 2013,
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be