merkt op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • merkt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opmerken

merkt (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmerken
    • Jij merkt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmerken
    • Hij merkt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opmerken
    • Merkt op! 

Gangbaarheid