merkenwet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mer·ken·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord merkenwet merkenwetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

merkenwet v/m [1]

  1. wet die het gebruik van merknamen regelt
    • Op grond van de Merkenwet en Handelsnaamwet zou de naam Defacto wel kunnen worden gevoerd door zowel het computerbedrijf als de antirookclub. Het gaat dan ook puur om associatie. Als Defacto wordt geassocieerd met niet-roken doet dat afbreuk aan de goede naam van het computerbedrijf, stelde het gerechtshof. Directeur T. Prins van de stichting is teleurgesteld, maar zegt zich neer te leggen bij het vonnis: „We gaan nu nadenken over een andere naam.” [2] 
    • Jamin Winkelbedrijf stoort zich aan de titel van het boek ”Doorzakken bij Jamin” van Hanneke Groenteman en wil dat uitgeverij De Bezige Bij die titel schrapt. Volgens Jamin, dat gespecialiseerd is in de verkoop van snoep, heeft Groenteman zonder toestemming het merk Jamin in de titel van haar boek gebruikt en is dat in strijd met de Merkenwet. Dat bevestigde zaterdag directeur M. Koster van dat bedrijf. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen