Naar inhoud springen

mensonge

Uit WikiWoordenboek
  • via Oudfrans mençunge van een Vulgair Latijn mentionica, afgeleid van Laat-Latijn mentio "leugen", van Klassiek Latijn mentio "vermelding" (via de betekenisverandering "leugenachtige vermelding"), via haplologie van *mentitio van mentiri "liegen", waarvan Frans mentir overigens een nakomeling is. Oorspronkelijk was het een vrouwelijk woord, maar het werd mannelijk in de zeventiende eeuw, misschien onder invloed van Frans songe "droom; illusie" [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  mensonge     le mensonge     mensonges     les mensonges  

mensonge m

  1. leugen