menslievendheid
Uiterlijk
- mens·lie·vend·heid
- afgeleid van menslievend met het achtervoegsel -heid[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | menslievendheid | - |
| verkleinwoord | - | - |
de menslievendheid v
- bereidwilligheid om de ongelukkigen te helpen, filantropie
- Het woord menslievendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.