menarche

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·nar·che
enkelvoud meervoud
naamwoord menarche menarches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de menarchev / m

  1. (medisch) eerste maandstonden, de eerste keer dat er een menstruatie is en daarmee de puberteit
Vertalingen

Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be