menarche
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·nar·che
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | menarche | menarches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) eerste maandstonden, de eerste keer dat er een menstruatie is en daarmee de puberteit
Vertalingen
1. eerste maandstonden, de eerste keer dat er een menstruatie is en daarmee de puberteit
Gangbaarheid
- Het woord menarche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "menarche" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be