mellanrum

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • mel·lan·rum
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Zweedse woorden mellan en rum
Naar frequentie 18893
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mellanrum     mellanrummet     mellanrum     mellanrummen  
genitief   mellanrums     mellanrummets     mellanrums     mellanrummens  

Zelfstandig naamwoord

mellanrum, o

  1. afstand
  2. interlinie, regelafstand, spatie (ruimtelijk)
  3. tussenkamer, tussenruimte (ruimtelijk)
  4. tussentijd, interval (tijdelijk)
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [4]: med jämna mellanrum
in regelmatige intervallen, periodiek, regelmatig

Zelfstandig naamwoord

mellanrum, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van mellanrum