meevader

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·va·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meevader meevaders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

meevader m

  1. (juridisch) man binnen een homofiele relatie die niet de juridische vader is van een kind dat door dat paar opgevoed wordt
     Als de voorstellen van de commissie-Kalsbeek in nieuwe wetgeving worden verwerkt, zullen vervolgens mannelijke homoseksuele paren zich gaan roeren, omdat zij zich gediscrimineerd voelen ten opzichte van lesbische paren. Uiteraard zijn de gevallen van beide soorten paren niet gelijk en behoeven zij dan ook niet gelijk te worden behandeld, omdat binnen de relatie van twee vrouwen nu eenmaal wél en binnen de relatie van twee mannen nu eenmaal geen kinderen kunnen worden geboren, maar zo zullen mannenparen dit niet ervaren. Zij zullen zich afvragen waarom de meemoeder wél kan erkennen en de meevader niet, zodat laatstgenoemde is aangewezen op een tijdrovende en kostbare adoptieprocedure, even aangenomen dat zijn partner al juridisch vader is.[1]
     Samuel, het zoontje van een Belgisch homopaar dat door een draagmoeder in Oekraïne op de wereld werd gezet, zou in principe vanaf midden volgende week in België kunnen zijn, nu Buitenlandse Zaken een paspoort voor het kind zal afleveren. Dat vertelde Peter Meurrens (37), de meevader van het intussen 2-jarige jongetje, vrijdag aan Belga.[2]

Gangbaarheid

24 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Rapport lesbisch ouderschap geen verrassing” (30-11-2007), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron
    bvb
    “'Samuel kan over paar dagen in België zijn'” (18/02/2011), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be