meestentijds

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mees·ten·tijds
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

meestentijds [1]

  1. in het merendeel van de gevallen
    • Schuitert tekende zelf tot nu toe vijf doelpunten aan op het EK. Hij werd meestentijds als spits in de voorhoede, maar hij werd een enkele maal ook door bondscoach Max Raeven naar het centrum van de achterhoede gedirigeerd. [2] 
    • Toch is de X5 in dieselvorm geen echte zuiplap. De auto weegt 2.085 kilogram en dat is niet extreem zwaar. Mede daardoor blijft het gemiddelde testverbruik hangen rond de 1 op 11,5. Helaas ligt het omslagpunt voor dit soort dieselauto’s steeds hoger. Dankzij het enorme koppel voelt de X5 meestentijds gewoon snel aan. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen